|
![]() |
|
![]() |
KOM MAAR MET DE HANDJESbelevenis en overweging van een kinderpottenbakkerKom maar met de handjes. Hoe dikwijls heb ik dit al gezegd tegen kinderen. Tijdens mijn laatste vakantie in België wel 475 keer. In de jaren er voor wel duizenden keren. Kom maar met de handjes, wat wil je maken? Que veux tu faire? Potje, vaasje, schaaltje, kandelaar, beker, eierdop, wijnglas, olielampje, asbak, wedstrijdbeker, bijenkorf, je zegt het maar. O, een potje met een dekseltje. Dat had ik niet genoemd. Vooruit dan maar. Daar gaan we dan. Hoe viezer, hoe mooier.![]() En nu handjes in de emmer afspoelen en wegwezen. Volgende slachtoffer. Uit een rij van meer dan tien wachtenden komt het volgende kind, en dan weer een en weer een. We gaan door tot alle kinderen op zijn. Ik zelf ben dan ook op van vermoeidheid, maar wel voldaan, omdat veel kinderen trots met een eigengemaakt werkstukje naar huis zijn gegaan. De handjes zeggen veel over een kind. Soms voel je de spanning en tegenwerking, dan weer de gewilligheid van ‘doe maar, je helpt me toch’. Ook houd ik wel eens misvormde handjes vast, met twee of drie vingertjes. Een keer zelfs helemaal geen handjes, alleen twee stompjes. Nou, dan pak je die toch vast. De blinde dame die het ook eens wilde proberen liet ik eerst de schijf betasten. Toen de schijf langzaam ronddraaien. Dan een bonk klei erop. Nog eens tasten. En met veel geduld kwam ook daar een potje uit. ![]() Al die belevenissen brengen mij als religieus en denkend mens vanzelf op de gedachte, dat met velen van ons ook zoiets aan de hand is, alsof de Grote Pottenbakker mij aankijkt en zegt “kom maar met de handjes, je kunt het”. En dan ben ik verbaasd over het resultaat. Ben ik daartoe in staat? Hoe is het mogelijk. Velen van ons hebben zich bij gelegenheid van een jubileum of anderszins horen prijzen over de inzet van een jarenlang kloosterleven: onderwijs, ziekenverzorging, huishoudelijk werk, bestuur, enz. Het valt ook niet te ontkennen, er is veel goeds gebeurd. Maar net als de kinderen aan mijn pottenbakkersschijf beseffen we heel goed dat wij uit onszelf weinig kunnen. Het is maar goed dat iemand onze handen vast houdt en blijft zeggen ’hou vol, met Mij kun je het’. En als het ooit mislukt, laat Hij me opnieuw beginnen, tot het wel lukt. “Als gij niet wordt als kinderen …” “Jullie zijn onnutte knechten. Zonder Mij kun je niets..” Daarom, blijf mijn handen vasthouden, laat me niet los. En dat ik dan ooit vol bewondering mag opzien naar het werk van onze handen - en zien dat het goed was. Br. Roland Heeren |