|
|
|
IN MEMORIAM BR. JOS STRAATESJos is geboren op 24 juli 1935 in Amsterdam. Hij deed zijn professie bij de Broeders FIC op 15 augustus 1956. Op 16 augustus 2020 ging hij van ons heen in het WZC De Beyart, Maastricht.
Jos vond van zichzelf helemaal niet dat hij een heilige was. Maar hoogstwaarschijnlijk kwam dat ook niet in hem op, om daar over na te denken. Daar was hij té eenvoudig van aard voor. Hij is geboren op 24 juli 1935 in Amsterdam. Een maandje geleden vierden we zijn 85 e verjaardag. Zijn grote portret hing in de huiskamer van onze Bernarduscommuniteit. Toen Jos geboren werd, waren zijn ouders al redelijk op leeftijd. Hij bleef hun enigste kinden waren over hem zeer bezorgd. Als trouwe katholiek namen ze Jos mee naar de Rozenkranskerk. Daar ontmoetten zij vaak de familie Lefeber. Hun zoon Jos, werd gevraagd om op hem te letten toen hij naar de lagere school van de broeders ging. Eind augustus 1948 ging Jos naar het juvenaat en deed op 15 augustus 1956 zijn eerste professie bij de FIC. Drie jaar later werd hij benoemd tot leraar aan het Instituut voor Doven in Sint Michielsgestel. De jongens die hij les gaf werden met goede zorg en aandacht door hem omgeven. Hij had hart voor hen en bereidde hen voor op een goede toekomst. Nadat hij eerst als lid van het lokaal bestuur was gekozen, was hij van 1970 tot 1974 de overste van de communiteit. Een moeilijke en zware taak. Want het waren roerige jaren, waarin de broeders naast aandacht voor de jongens, ook bijzonder veel aandacht voor de zùsters van het Instituut kregen. In 1980 liet de generaal overste, Bruno van der Made, een brief uitgaan. Daarin riep hij medebroeders op om zich beschikbaar te stellen voor een taak in de gebieden buiten Nederland waar we werkzaam waren. Jos bood zich daarvoor aan en vertrok – na een goede voorbereiding in Londen voor het zich te bekwamen in de Engelse taal - in 1980 naar Ghana. Hij zou daar vijftien jaar lang zegenrijk gaan werken. Onze voorganger van deze uitvaartdienst, pater Koos Janssen SMA, maakte daar ook kennis met het werk en de inzet van Jos. Medebroeders die met hem in Afrika samenleefden, spreken met veel lof over zijn aanwezigheid onder hen. Hij werd onderwijzer aan de St. Charles Secundary School in Tumu. Daarna werkte hij in Tamale aan het Klein Seminarie en tenslotte op de Rijks Kweekschool in Tumu. Wim Luiten, die hem in Tumu meemaakte, vertelde me dat Jos elke morgen trouw op zijn primitieve Mobyletje naar zijn werk reed: 'In die jaren waren de wegen in het noorden van Ghana nauwelijks goed begaanbaar. Op zijn brommertje moest hij over dijken en soms heel diepe kuilen heen, die vaak vol onder water stonden. Jos reed manhaftig door de watermassa heen en kwam dus regelmatig doornat op zijn werk aan. Het deerde hem niet. Een mooi staaltje van plichtgetrouwheid.' Van 1981 tot 1994 was hij continu lid van het bestuur van zijn communiteit, waaronder ook een aantal jaren als overste. Jos was een man waarin men vertrouwen had. Hij bleek een wijs bestuurder, die goed kon luisteren. In 1995 keert hij terug naar Nederland en vestigt zich in de toenmalige communiteit aan de Postjesweg in Amsterdam. Hij gaat Nederlandse les geven aan Ghanezen, die onder vaak slechte omstandigheden in de wijk De Bijlmer verkeerden. Beminnelijk, open en met een warm hart, biedt hij hen wat meer zicht op een betere toekomst. Na de opheffing van de Postjesweg, gaat hij naar Rotterdam, waar hij ook daar weer les gaat geven, en een aandachtig oor is en goede vriend van de Ghanezen in die stad. Twaalf jaar geleden kwam hij naar De Beyart, als lid van de Xaverius- communiteit in de Voorbouw. Hij verricht hier mantelzorg, is behulpzaam en woont met grote trouw de gebedsdiensten van zijn communiteit bij. Hij is lid van het Beyartkoor. Steeds vaker moet een koorlid Jos van zijn kamer halen voor de repetitie. Hij laat zijn wandelstok, die hem een voornaam voorkomen geeft, steeds op een andere plekje achter. 'In zijn kamer', zegt Wilma Weerts van het Team FIC die een gesprek met Jos had over zijn leven, 'heeft hij heeft overal kattebelletjes liggen om afspraken te onthouden. Maar die schieten steeds meer te kort. Wanneer men hem op zijn kamer komt ophalen, voor een gebedsdienst of een maaltijd in het restaurant, kan hij zéér blijmoedig reageren, en laat zich naar de plek begeleiden waar hij aanwezig moet zijn. Onverstoorbaar optimistisch en gelijkmoedig. Nooit een vervelend woord over zijn lippen'. Als zijn situatie begint te verslechteren, wordt hij opgenomen in de gesloten afdeling van de zorgvleugel van De Beyart. Op zondagmiddag 16 augustus geeft hij zijn leven over in de liefdevolle Hand van zijn Schepper. Onze Ghanese generaal overste broeder Augustine en Gerard Langelaan zijn bij zijn heengaan aanwezig. Een zeldzaam goed en eenvoudig mens gaat, met hem, van ons heen. We zullen niet ruim in de beurs gaan tasten om hem heilig te laten verklaren. En zijn gipsen heiligenbeeld, met brede glimlach, zullen we nergens zien staan. Maar we dragen zijn voorbeeldig leven, diep in onze gedachten met ons mee. 'Trouwe dienstknecht, neem bezit van je écht verdiende plek in de eeuwige rust bij de Eeuwige'. We zullen jouw aanwezigheid onder ons, Jos, nog vaak gaan missen. Op 1 november steken we een kaarsje aan bij jouw portret. Wim Swüste FIC |