Terug naar home actualiteit
Terug naar de actualiteit

IN MEMORIAM BR. HENK VAN LIESHOUT

“Ik ben niet trots van hart,
niet verwaand kijk ik uit mijn ogen.
Ik zoek het niet in het grote,
noch in zaken die mij te boven gaan.
Heel mijn leven staat hierop gericht:
dat vrede en vreugde mijn deel mogen zijn.”

Dit fragment uit het Boek Psalmen dat we zojuist hoorden voorlezen, sluit wonderwel aan op het leven van uw familielid en onze medebroeder Henk van Lieshout, die we nu voor het laatst in ons midden hebben.

Met hem gaat een sympathiek en eenvoudig levend mens van ons heen. Henk was geen mens die zijn grote inzet voor anderen én zijn doen en laten aan de grote klok hing.

Als een wetgeleerde aan Jezus vraagt wat het voornaamste gebod in de Wet is, krijgt deze van Hem als antwoord dat je niet alleen God moet beminnen, maar óók je naasten.
“Deze twee geboden zijn aan elkaar gelijk.”

Henk was een man die in de stilte, God probeerde te zoeken en met Hem onder weg te blijven, maar daarbij in zijn leven zijn naasten in alle eenvoud van harte diende:
– de scholieren op basisscholen, de studenten op de Pedagogische Academie,
– in zorgzaam zijn voor medebroeders, als lid van lokale besturen van communiteiten,
– als voorzitter van het bestuur van de stichting van ons Kloosterbejaardenoord De Beyart, zoekend naar een ruimhartig beleid,
– als teamlid van het het dagelijks bestuur van De Beyart attente zorg verlenend,
– maar ook als trouwe werker in de repro, hier in De Beyart, en in grote trouw, stijlvol medewerkend aan Vieringen in deze kapel.

Zijn inzet en werken waren steeds als 'een stille kracht' : altijd beschikbaar en nooit klagen over lijfelijk ongemak en pijn.

Zijn heengaan is dan ook voor ons allemaal, familie en broeders, een groot verlies. Zeker ook omdat de dood hem, onverwachts, diep in de nacht, overviel.

Henk bracht zijn jeugd door in Helmond.
Toen hij naar de lagere school van de broeders ging, stond de Tweede Wereldoorlog op uitbreken.
In de zesde klas vond de klassenbroeder hem een geschikte kandidaat om broeder te worden: een zeer goede leerling, nette jongeman uit een braaf gezin.
Vanaf 1880 waren onze broeders in Helmond werkzaam. Ze bewoonden een klooster waarin op 22 oktober van datzelfde jaar onze medestichter, broeder Bernardus Hoecken, bij een bezoek aan zijn medebroeders, plotseling overleed.

Na overleg van zijn ouders met de toenmalige overste van dit klooster, werd afgesproken dat hij zijn opleiding tot broeder mocht beginnen. Henk vertrok in augustus 1946 naar het juvenaat in Zevenaar en drie jaar later naar onze kweekschool in Maastricht.

Hij bleek een goede student. Na het behalen van zijn hoofdakte en zijn diploma lager Engels, mocht hij Nederlandse taal en letteren gaan studeren. Hij rondde deze studie af in 1970.

Het was indertijd een gewone zaak dat broeders studeerden terwijl hun werk op school gewoon door ging. Meestal kreeg deze student dan een lagere klas, die minder correctiewerk en voorbereiding van lessen vroeg.

Henk was een toegewijd en zeer gewaardeerd docent, die goed met zijn studenten om kon gaan. In april 1995 maakte hij gebruik van de VUT-regeling en ging met pensioen. Hij rondde hiermee zijn veertig jarige inzet voor het onderwijs af.

In de vakanties ging Henk een groot aantal keren met Anton van der Geest veertien dagen op stap. Het waren vakanties volgens de gelofte van armoede: op een bromfiets samen dagtochtjes maken. Broeder Cichus Damen zorgde er dan voor dat hun vervoermiddelen rij-klaar waren gemaakt. Anton en Henk hadden elk eenzelfde invulling van ontspanning: het moest niet te veel kosten, maar moest wél gezellig zijn. De warme maaltijd gebruikten ze na thuiskomst in de keuken van het klooster aan de Tongerseweg (!).

Voor Henk trad, na zijn pensioen, een nieuwe periode van leven aan. Al gauw werd hem gevraagd om voorzitter te worden van de Stichting Kloosterbejaardenoord De Beyart. Hij leidde de vergaderingen, die in de avonduren plaats vonden, met vaste hand. Wanneer onderwerpen afgerond waren, werden ze kort samengevat, hetgeen voor de notulant erg handig was.
Henk kwam in deze functie regelmatig op voor een goede zorg aan de medebroeders en de zusters.
Onder zijn leiding werden ook grote aanpassingen verricht: het ombouwen van twee Beyatzolders tot grote appartementen en eén zolder tot hobbyruimten. Daarin werd o.a. het klokken-atelier en diverse schilder-ateliers gehuisvest.

Vier jaar lang was hij lid van het Beyartbestuur. Er werd op elke vrijdagmorgen vergaderd met Wim Swüste, Leny Maas, Thomas Bänziger en Henk. Ook hierbij stond voor hem de goede zorg en aandacht voor bewoners én medewerkers op de eerste plaats.
De vier aanwezigen hadden één gewoonte gelijk: er werd continu gerookt! Na afloop ging de deur van de vergaderruimte open en werd het trappenhuis gevuld met witte rook. Een wekelijkse gewoonte, die veel leek op het aankondigen van de keuze van een nieuwe paus.

Henk stelde zich meer dan vijfentwintig jaar beschikbaar als verzorger van de repro-afdeling in een van de kelderruimten van de Woonflat. Met zeer grote zorg voor de wat ouder wordende zusters en broeders verrichtte hij hier zijn goede hulp. Hij verzorgde het vermenigvuldigen van gebedsdiensten, de Beyart Mededelingen, lesmateriaal voor het Iconenatelier, en zo meer.

Op een wat onhandige wijze werd hem onlangs meegedeeld dat hij zijn ruimte moest 'inleveren' ten behoeve van het scheppen van een zogenaamd 'Beyartcafé. Hierbij gaf Henk, voor het eerst in zijn leven, blijk van verontwaardiging: hij werd écht een keer heel erg boos.

Voor de werkgroep Liturgie van de Beyart was hij een onmisbare kracht. Trouw, tot aan zijn heengaan toe, was hij acoliet, las de lezingen en voorbeden goed verstaanbaar voor en deelde met zorg Ons Heer uit aan de kapelgangers. Hij verrichtte deze werkzaamheden op een stijlvolle wijze: rustig en ingetogen.

'Bidden is: in liefde tastend naar de Eeuwige zoeken' , lezen we in onze Constituties. Henk heeft dit in heel zijn leven oprecht gedaan. Hij was een mens die niet te koop liep met vrome gedachten. In de stilte van zijn kamer of in onze kapel, probeerde hij op zoek te gaan naar wat hem bewoog, om aan zijn broederleven steeds beter gestalte te geven.

“Heer, ik ben niet trots van hart.
Niet verwaand kijk ik uit mijn ogen.
Ik zoek het niet in het grote,
noch in zaken die mij te boven gaan.
Heel mijn leven staat hierop gericht.
Dat vrede en vreugde mijn deel mogen zijn.
Nu en altijd”.

Met pijn in ons hart bij zijn zo onverwachts heengaan mogen we stellen dat deze woorden van de psalmist voor Henk in vervulling zijn gegaan.
Trouw familielid en goede medebroeder : rust in jouw welverdiende vrede.


Wim Swüste FIC.