Terug naar home actualiteit
Terug naar de actualiteit

In Memoriam Broeder Grégoire de Wit

Grégoire is op 29 april 1922 geboren in Rotterdam. Op 15 augustus 1941 legde hij zijn professie af in onze Congregatie FIC. In 1985 werd hij onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij overleed in het WZC De Beyart in Maastricht op 12 augustus 2020.

“Dit ene weten wij en aan dit éen houden we vast
in donkere uren:
Er is een Woord dat eeuwiglijk zal duren.
En wie het verstaat, die is niet meer alleen
”.
  

Als we op dit uur afscheid nemen van broeder Grégoire de Wit, zijn deze woorden , van de dichter Henriëtte Roland Holst, op zijn leven van bijna 80 jaar broederschap voluit toepasbaar.

Hij had van zijn Schepper ontstellend veel aan kwaliteiten meegekregen op het gebied van onderwijs en vorming, op financieel vlak, op het gebied van muziek en aan bewogenheid om verdrukte medemensen.

Wanneer je , na zo'n vruchtbaar leven, je talenten volledig hebt benut en van je rust mag genieten, is het een hele opgave om te accepteren, dat je vrijwel helemaal afgesloten bent van je omgeving, omdat je gehoor je in de steek laat. Dan moet je sterk in je schoenen staan. Je gaat je eenzaam voelen, niet begrepen; er ontgaat je veel aan informatie. Grégoire moest daarmee leren leven. Hij zal zijn troost hebben gezocht bij de Eeuwige, die hij zo trouw diende.

Na het verlaten van de lagere school in Rotterdam meldde hij zich in september 1934 aan als juvenist bij de Broeders FIC .Vijf jaar later werd hij postulant en begon in augustus 1940 zijn noviciaat. In 1941 deed hij zijn eerste professie.

Vanuit zijn opvoeding thuis had hij een oprecht mededogen meegekregen voor mensen , klein en groot, die in de verdrukking kwamen. Hij mocht gaan werken voor kinderen met verstandelijke en emotionele beperkingen aan de Servatiusschool voor buitengewoon onderwijs hier in Maastricht. Om zich te bekwamen haalde hij een 'zee' van diploma's : hoofdakte, lager Frans en Engels, diploma BLO, en handvaardigheid .l.o.

Hij werd hoofd van de BLO-school in Den Haag, vervolgens hoofd van de BLO-school in Spekholzerheide, waar hij in Grimoald van Hassel een zeer goede steun had.

Hij ontwierp reken- en leesmethodes voor de leerlingen. Eigenhandig zette hij de teksten van deze boekjes in de letterzetterij en bediende als een volleerd vakman de degelpers. Met de jongens vormde hij ook een blokfluitclub. Veertig jaar lang was hij – in het spoor van onze stichters – een mens die al zijn kwaliteiten besteedde aan de kans arme, kleine, medemens.
Bij zijn afscheid van het schoolwerk werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Na zijn pensionering werd hij lid van de Xaveriuskommuniteit, hier in De Beyart. Een tweede fase van 'goed zijn en goed doen' kon zich toen voltrekken. Zijn kennis van financiële zaken mocht hij inzetten als assistent van de generaal econoom, als hoofd van het administratiekantoor in De Beyart, als huiseconoom van zijn communiteit en had de zorg voor de financiële zaken van onze Werkgroep Gebed.

Vanaf 1985 schreef hij maandelijks de aangeleverde brieven voor de slachtoffers van onderdrukking waar Amnesty International voor inzet.

Hij hielp mee in het Trefpunt, reed zusters en broeders in hun rolstoel naar de kapel of in de mooie Beyarttuin. Grégoire was een entousiast lid van het Beyartzangkoor . Hij verzorgde ook zeer consequentieus de muziek tijdens de gebedsvieringen in de kapel, evenals in de eigen kapelruimte van de Xaverius.

Blijkbaar had hij nog tijd over om bij br. Rogier Smolders een cursus sterrenkunde te volgen, waar hij heel enthousiast over kon vertellen. En volop genoot hij van klassieke muziek in het Theater aan het Vrijthof of op zijn eigen kamer.

Wanneer we dit zo op een rij hebben gezet, kunnen we ons afvragen wat hem dit allemaal als mens deed. Vast staat dat 'trouw' in zijn hart gegrift stond. Hij vond het vanzelfsprekend anderen te helpen. Altijd dienstbaar willen zijn. Het was een mens die écht kon genieten van de recreaties en feesten. En ik vermoed ook dat hij zijn inspiratie hierbij vond in zijn nauwe relatie met de Eeuwige.

In de laatste jaren van zijn lange en genadevolle leven moest hij leren leven met een sterk afnemend gehoor. De hulpmiddelen die hij daartoe kreeg , kon hij maar moeilijk hanteren. Bij gesprekken, bij gemeenschappelijke bijeenkomsten, maar ook in de gewone omgang, kreeg hij steeds minder 'mee'. Dat ervoer hij als een groot kruis. Een last die hij niet altijd kon dragen. In het diepste puntje van zijn hart was hij een onzeker mens: Doe ik het wel goed ? Had ik dit of dat niet moeten zeggen? En dat maakte zijn leven voor hem toch wel zwaar : je erg betrokken weten en het niet kunnen meekrijgen wat er wordt gezegd.

Het siert deze dierbare en rijk getalenteerde mens zeer, dat hij dit kruis aan het eind van zijn zegenrijk leven, toch goed wist te dragen. Dat hij zich zeer dankbaar toonde voor hulp, steun en medeleven.

De Eeuwige heeft Grégoire met grote liefde in zijn hart gesloten. 'Kom goede en trouwe dienstknecht, kom rusten in de schaduw van mijn liefde, want je was een ontzettend goed mens, die woekerde met zijn talenten.'

We dragen Grégoire met ons mee in groot respect en dank.
Dat hij mag rusten in de eeuwige liefde van zijn Schepper.


Wim Swüste FIC